Informatie over het woord verhoren (Nederlands → Esperanto: esplordemandi)

Synoniemen: een verhoor afnemen, ondervragen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈɦorə(n)/
Afbrekingver·ho·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verhoor(ik) verhoorde
(jij) verhoort(jij) verhoorde
(hij) verhoort(hij) verhoorde
(wij) verhoren(wij) verhoorden
(jullie) verhoren(jullie) verhoorden
(gij) verhoort(gij) verhoordet
(zij) verhoren(zij) verhoorden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verhore(dat ik) verhoorde
(dat jij) verhore(dat jij) verhoorde
(dat hij) verhore(dat hij) verhoorde
(dat wij) verhoren(dat wij) verhoorden
(dat jullie) verhoren(dat jullie) verhoorden
(dat gij) verhoret(dat gij) verhoordet
(dat zij) verhoren(dat zij) verhoorden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verhoorverhoort
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verhorend, verhorende(hebben) verhoord

Voorbeelden van gebruik

De pastoor werd in mei aangehouden en verhoord, na een tip.

Vertalingen

Engelsinterrogate; question
Esperantoesplordemandi; ekzameni