Informatie over het woord omhullen (Nederlands → Esperanto: envolvi)

Synoniemen: hullen, inwikkelen, toestoppen, woelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔmˈɦɵlə(n)/
Afbrekingom·hul·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) omhul(ik) omhulde
(jij) omhult(jij) omhulde
(hij) omhult(hij) omhulde
(wij) omhullen(wij) omhulden
(jullie) omhullen(jullie) omhulden
(gij) omhult(gij) omhuldet
(zij) omhullen(zij) omhulden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) omhulle(dat ik) omhulde
(dat jij) omhulle(dat jij) omhulde
(dat hij) omhulle(dat hij) omhulde
(dat wij) omhullen(dat wij) omhulden
(dat jullie) omhullen(dat jullie) omhulden
(dat gij) omhullet(dat gij) omhuldet
(dat zij) omhullen(dat zij) omhulden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
omhulomhult
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omhullend, omhullende(hebben) omhuld

Vertalingen

Duitseinhüllen; einschlagen; einwickeln; umhüllen; umschlagen
Engelsenvelop; wrap
Esperantoenvolvi; volvekovri
Portugeesenvolver
Saterfriesienhülje; ienslo; ienwikkelje
Spaansenrollar