Informatie over het woord loskopen (Nederlands → Esperanto: elaĉeti)

Synoniemen: afkopen, vrijkopen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɔskopə(n)/
Afbrekinglos·ko·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) loskoop (ik) loskocht
(jij) loskoopt (jij) loskocht
(hij) loskoopt (hij) loskocht
(wij) loskopen (wij) loskochten
(jullie) loskopen (jullie) loskochten
(gij) loskoopt (gij) loskocht
(zij) loskopen (zij) loskochten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) loskope(dat ik) loskochte
(dat jij) loskope(dat jij) loskochte
(dat hij) loskope(dat hij) loskochte
(dat wij) loskopen(dat wij) loskochten
(dat jullie) loskopen(dat jullie) loskochten
(dat gij) loskopet(dat gij) loskochtet
(dat zij) loskopen(dat zij) loskochten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
koop loskoopt los
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
loskopend, loskopende(hebben) losgekocht

Vertalingen

Catalaansredimir
Deensafkøbe
Duitsloskaufen; freikaufen; erlösen
Engelsransom
Esperantoelaĉeti
Fransracheter
IJslandsleysa út
Portugeesremir; resgatar
Spaansredimir
Westerlauwers Friesôfkeapje