Informatie over het woord uitbannen (Nederlands → Esperanto: ekzorci)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ban uit(ik) bande uit
(jij) bant uit(jij) bande uit
(hij) bant uit(hij) bande uit
(wij) bannen uit(wij) banden uit
(jullie) bannen uit(jullie) banden uit
(gij) bant uit(gij) bandet uit
(zij) bannen uit(zij) banden uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitbanne(dat ik) uitbande
(dat jij) uitbanne(dat jij) uitbande
(dat hij) uitbanne(dat hij) uitbande
(dat wij) uitbannen(dat wij) uitbanden
(dat jullie) uitbannen(dat jullie) uitbanden
(dat gij) uitbannet(dat gij) uitbandet
(dat zij) uitbannen(dat zij) uitbanden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ban uitbant uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitbannend, uitbannende(hebben) uitgebannen

Vertalingen

Duitsexorzieren; exorzisieren
Engelsexorcise
Esperantoekzorci; ekzorcizi
Faeröersmana
Portugeesexconjurar; exorcismar; exorcizar
Spaansexorcizar