Informatie over het woord obey (Engels → Esperanto: obei)

Synoniemen: comply, abide by

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ə(ʊ)ˈbeɪ̯/
Afbrekingo·bey
Shaw‐alfabet𐑴𐑚𐑱, 𐑩𐑚𐑱

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) obey(I) obeyed
(thou) obeyest(thou) obeyedst
(he) obeys, obeyeth(he) obeyed
(we) obey(we) obeyed
(you) obey(you) obeyed
(they) obey(they) obeyed
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) obey (I) obeyed
(thou) obey(thou) obeyed
(he) obey(he) obeyed
(we) obey(we) obeyed
(you) obey(you) obeyed
(they) obey(they) obeyed
Gebiedende wijs
obey
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
obeyingobeyed

Voorbeelden van gebruik

I obey without question.
It is enough that you obey me.
Even as Rand turned away, shame filled him that he obeyed so quickly.

Vertalingen

Afrikaansgehoor gee aan; gehoorsaam
Catalaansobeir
Deensadlyde
Duitsfolgen; gehorchen
Esperantoobei
Faeröersakta; vera lýðin
Fransobéir
Italiaansubbidire
Latijnparere
Luxemburgsfollegen
Nederlandsgehoor geven aan; gehoorzamen; gehoorzamen aan
Papiamentsobedesé
Poolsbyć posłusznym
Portugeesobedecer; observar
Saterfriesbefoulgje; foulgje; heere
Spaansobedecer
Tsjechischposlechnout; poslouchat; uposlechnout
Turksitaat etmek
Westerlauwers Friesgehoar jaan oan
Zweedslyda