Informatie over het woord prediker (Nederlands → Esperanto: predikisto)

Synoniemen: kanselredenaar, predikant

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈpredəkər/
Afbrekingpre·di·ker
Geslachtmanlijk
Meervoudpredikers

Voorbeelden van gebruik

Zo zouden financiers bijvoorbeeld kunnen bepalen welke predikers het woord gaan voeren in de moskee.

Vertalingen

Afrikaanspredikant
Deensprædikant; præst
Engelspreacher
Esperantopredikisto
Papiamentspredikant
Portugeespregador sagrado
Zweedspredikant