Informatie over het woord meetrekken (Nederlands → Esperanto: kuntiri)

Synoniem: samentrekken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmetrɛkə(n)/
Afbrekingmee·trek·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) trek mee(ik) trok mee
(jij) trekt mee(jij) trok mee
(hij) trekt mee(hij) trok mee
(wij) trekken mee(wij) trokken mee
(jullie) trekken mee(jullie) trokken mee
(gij) trekt mee(gij) trokt mee
(zij) trekken mee(zij) trokken mee
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) meetrekke(dat ik) meetrokke
(dat jij) meetrekke(dat jij) meetrokke
(dat hij) meetrekke(dat hij) meetrokke
(dat wij) meetrekken(dat wij) meetrokken
(dat jullie) meetrekken(dat jullie) meetrokken
(dat gij) meetrekket(dat gij) meetrokket
(dat zij) meetrekken(dat zij) meetrokken
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
trek meetrekt mee
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
meetrekkend, meetrekkende(hebben) meegetrokken

Voorbeelden van gebruik

Hij opende het portier en stapte in, zijn jonge vriend meetrekkend.

Vertalingen

Duitszusammenziehen
Engelsdrag; draw; pull
Esperantokuntiri
Fransentraîner
Portugeescontrair