Informatie over het woord z’n (Nederlands → Esperanto: sia)

Synoniemen: je, zijn, d’r

Woordsoortbezittelijke determinator
Uitspraak/zən/
Afbrekingz’n

Voorbeelden van gebruik

„Misschien”, opperde de havenofficier, „zijn z’n ongemakken wel te wijten aan al die reizen.”
Dus de kans dat een roofvogel iemand aanvalt om z’n nest te verdedigen, is wat groter.
Hij kwam met z’n vrachtwagen aanrijden en toen hij Sigbrit passeerde, stopte hij.
Hij neemt z’n advocaat mee.

Vertalingen

Afrikaanshul; sy; hulle
Deenssin; hendes; dens
Duitsihr; sein
Engelstheir; his; one’s; her
Esperantosia
Jamaicaans Creoolsim; dem
Nederduitssyn; öär; höär
Papiamentsnan
Schotshis; her; thair
Spaanssu
Srananden
Swahili‐ake
Westerlauwers Friessyn
Zweedssin