Informatie over het woord rondrijden (Nederlands → Esperanto: veturi sencele)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrɔntrɛi̯də(n)/, /ˈrɔntrɛi̯jə(n)/
Afbrekingrond·rij·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) rijd rond, rij rond(ik) reed rond
(jij) rijdt rond(jij) reed rond
(hij) rijdt rond(hij) reed rond
(wij) rijden rond(wij) reden rond
(jullie) rijden rond(jullie) reden rond
(gij) rijdt rond(gij) reedt rond
(zij) rijden rond(zij) reden rond
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) rondrijde(dat ik) rondrede
(dat jij) rondrijde(dat jij) rondrede
(dat hij) rondrijde(dat hij) rondrede
(dat wij) rondrijden(dat wij) rondreden
(dat jullie) rondrijden(dat jullie) rondreden
(dat gij) rondrijdet(dat gij) rondredet
(dat zij) rondrijden(dat zij) rondreden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
rijd rond, rij rondrijt rond
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rondrijdend, rondrijdende(hebben) rondgereden

Voorbeelden van gebruik

Wie Amerika wil begrijpen, moet er gaan rondrijden.

Vertalingen

Esperantoveturi sencele