Informatie over het woord achterstuk (Nederlands → Esperanto: antaŭa parto)

Synoniemen: voorpand, voorstuk

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɑxtərstɵk/
Afbrekingach·ter·stuk
Geslachtonzijdig

Voorbeelden van gebruik

Om zo weinig mogelijk op te vallen zwom Chabela op haar rug, evenwijdig aan het strand, met alleen haar gezicht boven water, terwijl ze het achterstuk van het schip tussen zich en de rest van het vaartuig hield.

Vertalingen

Deensbov
DuitsBug
Engelstail‐end
Esperantoantaŭa parto