Informo pri la vorto wagen (nederlanda → esperanto: hazardi)

Sinonimoj: op het spel zetten, aan het toeval overlaten

Vortspecoverbo
Prononco/ˈʋaɣə(n)/
Dividowa·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) waag(ik) waagde
(jij) waagt(jij) waagde
(hij) waagt(hij) waagde
(wij) wagen(wij) waagden
(jullie) wagen(jullie) waagden
(gij) waagt(gij) waagdet
(zij) wagen(zij) waagden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) wage(dat ik) waagde
(dat jij) wage(dat jij) waagde
(dat hij) wage(dat hij) waagde
(dat wij) wagen(dat wij) waagden
(dat jullie) wagen(dat jullie) waagden
(dat gij) waget(dat gij) waagdet
(dat zij) wagen(dat zij) waagden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
waagwaagt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
wagend, wagende(hebben) gewaagd

Uzekzemploj

Hij bleef een paar minuten naar de Arabieren staren maar toen ze zich niet bewogen, besloot hij een kans te wagen.

Tradukoj

anglagamble with
esperantohazardi