Informatie over het woord grootspreken (Nederlands → Esperanto: fanfaroni)

Synoniemen: bluffen, ophakken, opscheppen, pochen, snoeven, snorken, stoffen, zwetsen, opsnijden, stoefen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɣrotsprek(n)/
Afbrekinggroot·spre·ken

Vertalingen

Afrikaansspog
Catalaansfanfarronejar
Deensprale
Duitsausposaunen; prahlen; aufschneiden; angeben; sich brüsten
Engelsboast; brag
Esperantofanfaroni
Faeröersreypa
Fransfaire le malin; fanfarroner
IJslandsgorta; skruma
Noorsskryte
Papiamentsblòf
Portugeesfanfarrear
Saterfriesbroaskje; flunkerje; kropje; proalje
Spaansfanfarronear; jactarse
Zweedsskryta