Informatie over het woord labelen (Nederlands → Esperanto: etikedi)

Synoniem: etiketteren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlebələ(n)/
Afbrekingla·be·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) label(ik) labelde
(jij) labelt(jij) labelde
(hij) labelt(hij) labelde
(wij) labelen(wij) labelden
(jullie) labelen(jullie) labelden
(gij) labelt(gij) labeldet
(zij) labelen(zij) labelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) labele(dat ik) labelde
(dat jij) labele(dat jij) labelde
(dat hij) labele(dat hij) labelde
(dat wij) labelen(dat wij) labelden
(dat jullie) labelen(dat jullie) labelden
(dat gij) labelet(dat gij) labeldet
(dat zij) labelen(dat zij) labelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
labellabelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
labelend, labelende(hebben) gelabeld

Vertalingen

Duitsetikettieren; mit einem Etikett versehen
Engelslabel
Esperantoetikedi; etiketi