Informatie over het woord baaszeilmaker (Nederlands → Esperanto: ĉefvelfaristo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbasɛi̯lmakər/
Afbrekingbaas·zeil·ma·ker
Geslachtmanlijk
Meervoudbaaszeilmakers

Voorbeelden van gebruik

Op 27 februari aanstaande hoopt de heer W. Leen, baaszeilmaker op de rijkswerf te Den Helder, de dag te herdenken waarop hij 50 jaar geleden in dienst is getreden.

Vertalingen

Esperantoĉefvelfaristo