Informatie over het woord cipier (Nederlands → Esperanto: mallibereja gardisto)

Synoniemen: gevangenbewaarder, gevangenbewaker, gevangenisbewaarder, gevangenisbewaker

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/siˈpiːr/
Afbrekingci·pier
Geslachtmanlijk
Meervoudcipiers

Voorbeelden van gebruik

In dit deel van de gevangenis is er ’s nachts maar één cipier.
Eén cipier is gewond aan het gezicht, de andere aan de keel.
Hier werd het gesprek gestoord door Giles, de cipier, die binnenkwam met de boodschap dat een monnik binnengelaten wilde worden.

Vertalingen

Engelsgaoler
Esperantomallibereja gardisto
Spaansalcaide; carcelero