Informatie over het woord omhoogspringen (Nederlands → Esperanto: suprensalti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔmˈɦoxsprɪŋə(n)/
Afbrekingom·hoog·sprin·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) spring omhoog(ik) sprong omhoog
(jij) springt omhoog(jij) sprong omhoog
(hij) springt omhoog(hij) sprong omhoog
(wij) springen omhoog(wij) sprongen omhoog
(jullie) springen omhoog(jullie) sprongen omhoog
(gij) springt omhoog(gij) sprongt omhoog
(zij) springen omhoog(zij) sprongen omhoog
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) omhoogspringe(dat ik) omhoogspronge
(dat jij) omhoogspringe(dat jij) omhoogspronge
(dat hij) omhoogspringe(dat hij) omhoogspronge
(dat wij) omhoogspringen(dat wij) omhoogsprongen
(dat jullie) omhoogspringen(dat jullie) omhoogsprongen
(dat gij) omhoogspringet(dat gij) omhoogspronget
(dat zij) omhoogspringen(dat zij) omhoogsprongen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
spring omhoogspringt omhoog
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omhoogspringend, omhoogspringende(zijn) omhooggesprongen

Voorbeelden van gebruik

Hij rende tegen de hoop puin op, sprong omhoog en greep de afgebrokkelde rand van de muur beet.

Vertalingen

Esperantosuprensalti