Informo pri la vorto zwellen (nederlanda → esperanto: ŝveligi)

Sinonimoj: doen zwellen, oppompen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈzʋɛlə(n)/
Dividozwel·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) zwel(ik) zwol
(jij) zwelt(jij) zwol
(hij) zwelt(hij) zwol
(wij) zwellen(wij) zwollen
(jullie) zwellen(jullie) zwollen
(gij) zwelt(gij) zwolt
(zij) zwellen(zij) zwollen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) zwelle(dat ik) zwolle
(dat jij) zwelle(dat jij) zwolle
(dat hij) zwelle(dat hij) zwolle
(dat wij) zwellen(dat wij) zwollen
(dat jullie) zwellen(dat jullie) zwollen
(dat gij) zwellet(dat gij) zwollet
(dat zij) zwellen(dat zij) zwollen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
zwelzwelt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
zwellend, zwellende(hebben) gezwollen

Tradukoj

anglainflate
esperantoŝveligi
francahausser
hispanainflar
norvegapumpe opp
portugalatornar inchado