Informatie over het woord overheersen (Nederlands → Esperanto: domini)

Synoniemen: de boventoon voeren, domineren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ovərˈɦersən/
Afbrekingover·heer·sen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) overheers(ik) overheerste
(jij) overheerst(jij) overheerste
(hij) overheerst(hij) overheerste
(wij) overheersen(wij) overheersten
(jullie) overheersen(jullie) overheersten
(gij) overheerst(gij) overheerstet
(zij) overheersen(zij) overheersten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overheerse(dat ik) overheerste
(dat jij) overheerse(dat jij) overheerste
(dat hij) overheerse(dat hij) overheerste
(dat wij) overheersen(dat wij) overheersten
(dat jullie) overheersen(dat jullie) overheersten
(dat gij) overheerset(dat gij) overheerstet
(dat zij) overheersen(dat zij) overheersten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
overheersoverheerst
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overheersend, overheersende(hebben) overheerst

Voorbeelden van gebruik

De goede indruk was overheersend.
Maar misschien overheersen in andere streken de inheemse planten.

Vertalingen

Duitsdominieren; beherrschen; herrschen; vorherrschen; überragen
Engelsdominate
Esperantodomini
Portugeesdominar; superar; ter supremacia sobre
Spaansdominar