Informatie over het woord dok (Nederlands → Esperanto: doko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/dɔk/
Afbrekingdok
Geslachtonzijdig
Meervouddokken

Voorbeelden van gebruik

Na aankomst gaan we tweeënzeventig uur in dok voor een opknapbeurt, en iedereen blijft gedurende die tijd aan boord.
Kortom, het schip ging na het verblijf in het dok midden in de haven voor anker en de datum van vertrek werd definitief vastgesteld op 19 juli.

Vertalingen

Catalaansdàrsena; dic; doc
Deensdok
DuitsDock
Engelsdock
Esperantodoko
Faeröersdokk
Noorsdokk
Portugeesdoca
SaterfriesDock
Spaansastillero; dársena; dique; doque; tinglado
Zweedsdocka