Informatie over het woord vliegtuig (Nederlands → Esperanto: aeroplano)

Synoniemen: hangglider, kist

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈvlixtœy̯x/
Afbrekingvlieg·tuig
Geslachtonzijdig
Meervoudvliegtuigen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
vliegtuigjevliegtuigjes

Voorbeelden van gebruik

En waar moet dat vliegtuig landen?
Daar is een vliegtuig in moeilijkheden.
Een Russisch militair vliegtuig is dinsdag neergestort bij de stad Ivanovo.

Vertalingen

DuitsAeroplan; Drachenflieger; Flugzeug
Engelsaeroplane; plane; airplane
Esperantoaeroplano
Fransaéroplane; avion
Grieksαεροπλάνο
Jiddischעראָפּלאַן
Papiamentsairoplano; airoiplano
Portugeesaeroplano; avião
SaterfriesÄroplan; Flieger
Spaansaeroplano
Swahilieropleni
Tsjechischaeroplán; letadlo; letoun