Informatie over het woord rondhangen (Nederlands → Esperanto: pasumi)

Synoniemen: drentelen, flaneren, kuieren, slenteren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrɔntɦɑŋə(n)/
Afbrekingrond·han·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) hang rond(ik) hing rond
(jij) hangt rond(jij) hing rond
(hij) hangt rond(hij) hing rond
(wij) hangen rond(wij) hingen rond
(jullie) hangen rond(jullie) hingen rond
(gij) hangt rond(gij) hingt rond
(zij) hangen rond(zij) hingen rond
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) rondhange(dat ik) rondhinge
(dat jij) rondhange(dat jij) rondhinge
(dat hij) rondhange(dat hij) rondhinge
(dat wij) rondhangen(dat wij) rondhingen
(dat jullie) rondhangen(dat jullie) rondhingen
(dat gij) rondhanget(dat gij) rondhinget
(dat zij) rondhangen(dat zij) rondhingen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hang rondhangt rond
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rondhangend, rondhangende(hebben) rondgehangen

Vertalingen

Afrikaanskuier
Engelslounge about; lounge
Esperantopasumi
Spaansbarzonear; deambular; vagar