Informatie over het woord penis (Nederlands → Esperanto: peniso)

Synoniem: roede

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈpenəs/, /penɪs/
Afbrekingpe·nis
Geslachtmanlijk
Meervoudpenissen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
penisjepenisjes

Voorbeelden van gebruik

Toen ze bij die gelegenheid zijn slappe penis ontwaarde, vroeg ze heel nieuwsgierig: „Wat is dat, heer gemaal?”
Wij zijn naturisten dus heb ik heel veel penissen gezien.
Ik ben nog maagd, want ik heb er nog nooit een penis in gehad.
Ze stelde hem de vraag hoe groot zijn penis was.

Vertalingen

Afrikaanspenis
Engelspenis
Esperantopeniso
Portugeespénis
Spaanspene
Thaisกระจู๋
Turkspenis
Westerlauwers Friespenis