Sinonimoj: aan, aangaande, betreffende, met, naar, omtrent, op, over, van, voor, inzake
Vortspeco | persona pronomo |
---|
Prononco | /ɪn/ |
---|
Divido | in |
---|
De eengezinswoningen zijn in ’t Gooi met 15,7 procent in prijs gezakt.
Door uw optreden werden ze echter in hun plannen gedwarsboomd.
De jongens verschillen enigszins in lengte.
Commissie‐voorzitter José Manuel Barroso is diep teleurgesteld in de Argentijnse plannen.
Deze koning zou zo’n grote massa geld hebben bezeten dat geen van de latere koningen hem in rijkdom kon overtreffen of zelfs maar benaderen.
Maar u moet me eerst het spel uitleggen, want ik heb daar geen enkele ervaring in.
Geen mens heeft het ooit willen kopen of huren, want Wrightsville is nogal bijgelovig in die dingen.
Ik ben knap in het temmen van wilde katten.