Informatie over het woord medebrengen (Nederlands → Esperanto: kunporti)

Synoniemen: bijeenbrengen, medenemen, meebrengen, meedragen, meenemen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmedəbrɛŋə(n)/
Afbrekingme·de·bren·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) breng mede(ik) bracht mede
(jij) brengt mede(jij) bracht mede
(hij) brengt mede(hij) bracht mede
(wij) brengen mede(wij) brachten mede
(jullie) brengen mede(jullie) brachten mede
(gij) brengt mede(gij) bracht mede
(zij) brengen mede(zij) brachten mede
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) medebrenge(dat ik) medebrachte
(dat jij) medebrenge(dat jij) medebrachte
(dat hij) medebrenge(dat hij) medebrachte
(dat wij) medebrengen(dat wij) medebrachten
(dat jullie) medebrengen(dat jullie) medebrachten
(dat gij) medebrenget(dat gij) medebrachtet
(dat zij) medebrengen(dat zij) medebrachten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
breng medebrengt mede
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
medebrengend, medebrengende(hebben) medegebracht

Voorbeelden van gebruik

Hij zal ze zondag medebrengen.
De Schrik van de Oceaan had een zijde spek medegebracht en was onder het dragen van die last bijna bezweken.

Vertalingen

Afrikaanssaambring
Duitsmitbringen; mitnehmen
Engelsentail
Esperantokunporti
Faeröershava við
Fransapporter; emporter; prendre avec soi
Grieks (Oudgrieks)ἄγω
Nederduitsmednömmen
Portugeeslevar consigo
Russischзабирать; забрать
Saterfriesmeebrange; meenieme
Spaansllevar
Zweedsmedbringa