Informatie over het woord abjureren (Nederlands → Esperanto: abĵuri)

Synoniem: afzweren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑpjyˈreːrə(n)/
Afbrekingab·ju·re·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) abjureer(ik) abjureerde
(jij) abjureert(jij) abjureerde
(hij) abjureert(hij) abjureerde
(wij) abjureren(wij) abjureerden
(jullie) abjureren(jullie) abjureerden
(gij) abjureert(gij) abjureerdet
(zij) abjureren(zij) abjureerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) abjurere(dat ik) abjureerde
(dat jij) abjurere(dat jij) abjureerde
(dat hij) abjurere(dat hij) abjureerde
(dat wij) abjureren(dat wij) abjureerden
(dat jullie) abjureren(dat jullie) abjureerden
(dat gij) abjureret(dat gij) abjureerdet
(dat zij) abjureren(dat zij) abjureerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
abjureerabjureert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abjurerend, abjurerende(hebben) geabjureerd

Vertalingen

Duitsabschwören; widerrufen
Engelsabjure; renounce; swear off; forswear
Esperantoabĵuri; forĵuri
Faeröersavsvørja
Fransabjurer
IJslandssverja fyrir
Latijnabiurare; abrenuntiare
Portugeesrenunciar
Schotsabjure