Informatie over het woord schep (Nederlands → Esperanto: ŝovelilo)

Synoniemen: blik, schop

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/sxɛp/
Afbrekingschep
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudscheppen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
schepjeschepjes

Voorbeelden van gebruik

Anacho sprong onmiddellijk overeind en bezorgde de spreker een geweldige klap op zijn hoofd met zijn schep.
Folke Bengtsson stond bij het kippehok met een schep in zijn hand.
Nog geen half uur later haalde hij een stuk verrot hout omhoog, en vlak daarna zat hij met zijn schep in de kist en legde hij de stenen bloot.

Vertalingen

Deensskovl
DuitsSchaufel; Schüppe; Schippe
Engelsshovel
Esperantoŝovelilo
Faeröersskupla; spaki
Franspelle
Portugees
SaterfriesSköifel; Skuppe
Spaanspala