Informatie over het woord grow (Engels → Esperanto: iĝi)

Synoniemen: become, get, arise

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɡɹəʊ̯/
Afbrekinggrow
Shaw‐alfabet𐑜𐑮𐑴
Deseret‐alfabet𐑀𐑉𐐬

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) grow(I) grew
(thou) growest(thou) grewst, grewest
(he) grows, groweth(he) grew
(we) grow(we) grew
(you) grow(you) grew
(they) grow(they) grew
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) grow (I) grew
(thou) grow(thou) grew
(he) grow(he) grew
(we) grow(we) grew
(you) grow(you) grew
(they) grow(they) grew
Gebiedende wijs
grow
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
growinggrown

Voorbeelden van gebruik

It’s true that declining powers have grown aggressive at times in the past, notably the late 1970s USSR and contemporary Russia.
Her eyes grew heavy.

Vertalingen

Afrikaansword
Deensblive
Duitswerden
Esperantoiĝi
Faeröersgerast; verða
Finstulla joksikin
Fransdevenir
Hongaarslesz
IJslandsverða
Maleisjadi
Nederduitswarden
Nederlandsworden
Noorsbli
Papiamentsbira
Poolsstawać się; zostać
Portugeesacontecer
Roemeensdeveni
Saterfriesroakje; wäide
Schots-Gaelischfàs
Spaanshacerse
Sranankon; tron
Tsjechischstát se
Turksolmak
Westerlauwers Frieswurde; reitsje
Zweedsbli; bliva