Informatie over het woord landloper (Nederlands → Esperanto: vagabondo)

Synoniemen: vagebond, zwerver

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈlantlopər/
Afbrekingland·lo·per
Geslachtmanlijk
Meervoudlandlopers

Voorbeelden van gebruik

Wij zijn geen landlopers, edele heer!
Ten slotte werd hij zo rumoerig dat wij bang waren dat daardoor landlopers uit de buurt zouden worden aangelokt.

Vertalingen

DuitsVagabund; Herumtreiber; Landstreicher; Strolch
Engelsvagabond; vagrant
Esperantovagabondo; trampo; vagisto; vagulo
Faeröerslandastrok; rekavætti; vallari
Portugeeserrante; nómade; vagabundo; vagamundo
Spaansvagabundo; vago