Informatie over het woord kerel (Nederlands → Esperanto: ulo)

Synoniemen: gast, gozer, pee, knul, persoon, snuiter, sujet, vent

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈkerəl/
Afbrekingke·rel
Geslachtmanlijk
Meervoudkerels

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
kereltjekereltjes

Voorbeelden van gebruik

Betaal deze kerel zijn loon en dan kan hij gaan.
Op straffe des doods, laat die kerel niet ontsnappen.
Alles wijst erop dat die kerel een Duitse spion is.

Vertalingen

Deensfyr
DuitsKerl
Engelschap; fellow; guy
Engels (Oudengels)ceorl
Esperantoulo
Finsolio
Fransindividu
Poolsosobnik