Informatie over het woord decanteren (Nederlands → Esperanto: dekanti)

Synoniemen: afgieten, afschenken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/dekɑnˈterə(n)/
Afbrekingde·can·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) decanteer(ik) decanteerde
(jij) decanteert(jij) decanteerde
(hij) decanteert(hij) decanteerde
(wij) decanteren(wij) decanteerden
(jullie) decanteren(jullie) decanteerden
(gij) decanteert(gij) decanteerdet
(zij) decanteren(zij) decanteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) decantere(dat ik) decanteerde
(dat jij) decantere(dat jij) decanteerde
(dat hij) decantere(dat hij) decanteerde
(dat wij) decanteren(dat wij) decanteerden
(dat jullie) decanteren(dat jullie) decanteerden
(dat gij) decanteret(dat gij) decanteerdet
(dat zij) decanteren(dat zij) decanteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
decanteerdecanteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
decanterend, decanterende(hebben) gedecanteerd

Vertalingen

Duitsdekantieren
Engelsdecant
Esperantodekanti
Faeröerssíla frá
Portugeesdecantar
Spaansdecantar