Informatie over het woord afgieten (Nederlands → Esperanto: dekanti)

Synoniemen: afschenken, decanteren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfxitə(n)/
Afbrekingaf·gie·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) giet af(ik) goot af
(jij) giet af(jij) goot af
(hij) giet af(hij) goot af
(wij) gieten af(wij) goten af
(jullie) gieten af(jullie) goten af
(gij) giet af(gij) goot af
(zij) gieten af(zij) goten af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afgiete(dat ik) afgote
(dat jij) afgiete(dat jij) afgote
(dat hij) afgiete(dat hij) afgote
(dat wij) afgieten(dat wij) afgoten
(dat jullie) afgieten(dat jullie) afgoten
(dat gij) afgietet(dat gij) afgotet
(dat zij) afgieten(dat zij) afgoten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
giet afgiet af
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afgietend, afgietende(hebben) afgegoten

Vertalingen

Duitsdekantieren
Engelspour off
Esperantodekanti
Faeröerssíla frá
Portugeesdecantar
Spaansdecantar