Synoniemen: eigenaardig, gek, raar, vreemd, vreemdsoortig, zonderling, zonderbaar
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ˈʋɔndərlək/ |
---|
Afbreking | won·der·lijk |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | wonderlijk |
---|
Vergrotende trap | wonderlijker |
---|
Overtreffende trap | wonderlijkst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | wonderlijk | wonderlijker | (het) wonderlijkst, (het) wonderlijkste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | wonderlijke | wonderlijkere | wonderlijkste |
---|
Onzijdig enkelvoud | wonderlijk | wonderlijker | wonderlijkst |
---|
Meervoud | wonderlijke | wonderlijkere | wonderlijkste |
---|
Bepaald | wonderlijke | wonderlijkere | wonderlijkste |
---|
Partitief | wonderlijks | wonderlijkers | |
---|
Het is overigens wel wonderlijk hoe rustig een zeeman slapen kan bij slecht weer.
Met een doodernstig gezicht wiegden de modellen over de catwalk met de wonderlijkste lappen aan hun graatmagere lichaam en op hun hoofd.