Informo pri la vorto betamen (nederlanda → esperanto: deci)

Sinonimoj: behoren, horen, passen, voegen

Vortspecoverbo
Prononco/bəˈtamə(n)/
Dividobe·ta·men

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(hij) betaamt(hij) betaamde
(zij) betamen(zij) betaamden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat hij) betame(dat hij) betaamde
(dat zij) betamen(dat zij) betaamden
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
betamend, betamende(hebben) betaamd

Uzekzemploj

Je zegt meer dan je betaamt.
Staak deze taal, ridder, door minstrelen zo vaak gebezigd, dat zij een edelman niet meer betaamt.

Tradukoj

afrikansobehoort
anglabefit
esperantodeci
feroahóska; søma
finnasopia
francaêtre décent
germanasich gehören; sich ziemen; sich geschicken; gebühren
hispanaser conforme; ser conveniente; ser decoroso
hungaraillik
italaconvenire
katalunaésser adient; ésser condigne
portugalaconvir; ser decente; ser próprio
saterlanda frizonasik heere
tajaสม