Informatie over het woord bandeloos (Nederlands → Esperanto: senbrida)

Synoniemen: breidelloos, ongebreideld, teugelloos, tomeloos

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈbɑndəlos/
Afbrekingban·de·loos

Trappen van vergelijking

Stellende trapbandeloos
Vergrotende trapbandelozer
Overtreffende trapmeest bandeloos

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefbandeloosbandelozer(het) meest bandeloos, (het) meest bandeloose
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudbandelozebandelozeremeest bandeloze
Onzijdig enkelvoudbandeloosbandelozermeest bandeloos
Meervoudbandelozebandelozeremeest bandeloze
Bepaaldbandelozebandelozeremeest bandeloze
Partitiefbandeloosbandelozers 

Vertalingen

Duitsunbändig; zügellos; ohne Zügel; ohne Zaumzeug
Engelslawless; licentious; riotous
Esperantosenbrida
Grieksακάθεκτος
Italiaansdissoluto; licenzioso
Portugeesárdego; desenfreado; imoderado; impetuoso
Saterfriesflääsk; uunbändich
Spaansdesenfrenado; libertino
Tsjechischnevázaný