Informatie over het woord riem (Nederlands → Esperanto: remilo)

Synoniemen: roeiriem, roeispaan

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/rim/
Afbrekingriem
Geslachtmanlijk
Meervoudriemen

Voorbeelden van gebruik

Hij pakte de riemen en legde ze in de dollen.
Het schip was aan weerszijden voorzien van één lange rij riemen.

Vertalingen

Deensåre
DuitsRuder
Engelsoar
Esperantoremilo
Finsairo
Fransaviron; rame
Hongaarsevező
Latijnremus
Noorsåre
Portugeesremo
SaterfriesGjoome; Ruur
Spaansremo
Tsjechischveslo
Zweedsåra