Informatie over het woord geloof (Nederlands → Esperanto: religio)

Synoniemen: godsdienst, religie

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣəˈlof/
Afbrekingge·loof
Geslachtonzijdig
Genitiefgeloofs
Meervoudgeloven

Voorbeelden van gebruik

Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duvel tussen.
Vijftien maanden nadat de nieuw bekeerden aan land gezet waren, keerde de Beagle terug om te zien of het zaad des geloofs voldoende was opgeschoten.
De meeste Amerikanen zijn in hun geloof heel traditioneel gebleven.

Vertalingen

Afrikaansgeloof; godsdiens; religie
Catalaansreligió
Deensreligion
DuitsGlaube; Religion
Engelsreligion
Esperantoreligio
Faeröersátrúnaður; trúgv
Fransreligion
Grieksθρησκεία; θρήσκευμα
Hongaarsvallás
IJslandstrú
Latijnreligio
Maleisagama
Nederduitsgelöyv
Noorsreligion
Papiamentsreligion
Poolsreligia
Portugeesreligião
Russischвера; вероисповедание
SaterfriesGloowe; Religion
Schotsreleegion
Spaansreligión
Thaisศาสนา
Tsjechischnáboženství; víra; vyznání
Turksdin
Westerlauwers Friesleauwe; godstsjinst; religy
Zweedsreligion