Synoniemen: gauw, haastig, rap, spoedig, vlug, rad
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /snɛl/ |
---|
Afbreking | snel |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | snel |
---|
Vergrotende trap | sneller |
---|
Overtreffende trap | snelst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | snel | sneller | (het) snelst, (het) snelste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | snelle | snellere | snelste |
---|
Onzijdig enkelvoud | snel | sneller | snelst |
---|
Meervoud | snelle | snellere | snelste |
---|
Bepaald | snelle | snellere | snelste |
---|
Partitief | snels | snellers | |
---|
Ik ben erg snel met mijn revolver.
Dat is een uur sneller dan nu.
Laat de snellen niet op de langzamen wachten!
Gelukkig was een van hen sneller dan de anderen.