Informatie over het woord stap (Nederlands → Esperanto: paŝo)

Synoniemen: pas, schrede, voetstap

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/stɑp/
Afbrekingstap

Voorbeelden van gebruik

Nauwelijks had hij een stap in de wildernis gedaan of een grote gestalte kwam uit de schaduw van een hoge struik te voorschijn.
Ceciel werd heel bleek en deed een snelle stap naar mij toe.
Elke stap dien hij in deze richting deed, bracht hem nu verder van huis.
Hij ging opzij en ik nam een stap naar voren.

Vertalingen

Afrikaansstap; tree
Catalaanspas
Deensskridt
DuitsSchritt; Tritt
Engelspace; step
Esperantopaŝo
Faeröersfet; stig
Finsaskel
Franspas
Italiaanspasso
Latijngradus; passus
Nederduitstred
Papiamentspaso
Poolskrok
Portugeespasso
Russischшаг
SaterfriesStap; Stappe; Treed
Spaanspaso
Tsjechischkrok; stopa
Turksadım; ayak
Zweedssteg