Information du mot kaart (néerlandais → espéranto: ludkarto)

Synonyme: speelkaart

Parti du discourssubstantif
Prononciation/kaːrt/
Césurekaart
Genrehistoirement féminin, à présent aussi masculin
Plurielkaarten

Diminutif
SingulierPluriel
kaartjekaartjes

Exemples d’usage

Gisteren had ik de mooiste kaart in handen die je je maar wensen kunt.
Maar om een misdaad te reconstrueren, moet men het ene feit op het andere stapelen, zoals bij de bouw van een kaartenhuis de ene kaart op de andere.
De man bleef daar staan waar hij de kaarten van de Fransman kon zien.

Traductions

afrikaanskaart
bas allemandkårt
catalancarta
espagnolnaipe
espérantoludkarto; karto
frison occidentalkaart; spylkaart
norvégienspillkort
suédoisspelkort