Information du mot keer (néerlandais → espéranto: fojo)

Synonymes: maal, reis

Parti du discourssubstantif
Prononciation/keːr/
Césurekeer
Genremasculin
Plurielkeren

Diminutif
SingulierPluriel
keertjekeertjes

Exemples d’usage

Zij verklaarde dat haar stiefvader 2 keren heeft gepoogd haar te ontmaagden.
Voor de tweede keer in een paar dagen tijd heeft Iran iemand geëxecuteerd die was opgepakt tijdens de protesten in het land.
De laatste keer dat paraffine de kust op deze schaal vervuilde, was in de zomer van 2007.
Deze keer zeiden we geen woord en durfden geen vin te verroeren.
Hij had dit soort situaties al honderden keren meegemaakt.
In elk Kuifje‐verhaal gaat de telefoon zeker zes keer.

Traductions

afrikaanskeer
albanaisherë
allemandMal
anglaistime
anglais (vieil anglais)cierr
bas allemandmål
catalancop; vegada; volta
danoisgang
espagnolvez
espérantofojo
féringienferð; reis
finnoiskerta
françaisfois
frison occidentalkear
frison saterlandMoal
luxembourgeoisKéier
papiamentobe; bes; biaha
polonaisraz
portugaisfeita; vez
russeраз
souahélimara
suédoisgång
thaïครั้ง; คราว; ที