Information du mot onguur (néerlandais → espéranto: fia)

Synonymes: gemeen, ploertig, rottig, vilein, vuig, louche

Parti du discoursadjectif
Prononciation/ɔŋˈɣyːr/
Césureon·guur

Degrés de comparaison

Positifonguur
Comparatifonguurder
Superlatifonguurst

Déclinaison

 PositifComparatifSuperlatif
Prédicatifonguuronguurder(het) onguurst, (het) onguurste
AttributifIndéfiniPluriel masculin et fémininongureonguurdereonguurste
Singulier neutreonguuronguurderonguurst
Plurielongureonguurdereonguurste
Définiongureonguurdereonguurste
Partitifonguursonguurders 

Exemples d’usage

„Je maakt geen kans, dat zie je”, hernam de ongure gedaante.
Het is duidelijk dat zich hier iets onguurs heeft afgespeeld en wie wil weten wat dit is, kan het beste bij het begin van deze ware geschiedenis beginnen.

Traductions

allemandverächtlich
anglaisnasty; foul; gross; lousy; low; lowlife; sleazy
espérantofia
finnoisinhottava
françaisabject; dégoûtant; repoussant