Information du mot schip (néerlandais → espéranto: navo)

Synonymes: beuk, ruim

Parti du discourssubstantif
Prononciation/sxɪp/
Césureschip
Genreneutre
Plurielschepen

Exemples d’usage

Ten slotte belandde hij in een zaal die eruitzag als het schip van een kerk.
Anderen blijven urenlang in het grote schip zitten, als om zich te drenken in heiligheid.

Traductions

allemandSchiff
anglaisnave
espagnolnave
espérantonavo
italiennavata