Information du mot verzinken (néerlandais → espéranto: enprofundiĝi)

Synonymes: wegzinken, zich verdiepen

Parti du discoursverbe
Prononciation/vərˈzɪŋkə(n)/
Césurever·zin·ken

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) verzink(ik) verzonk
(jij) verzinkt(jij) verzonk
(hij) verzinkt(hij) verzonk
(wij) verzinken(wij) verzonken
(jullie) verzinken(jullie) verzonken
(gij) verzinkt(gij) verzonkt
(zij) verzinken(zij) verzonken
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) verzinke(dat ik) verzonke
(dat jij) verzinke(dat jij) verzonke
(dat hij) verzinke(dat hij) verzonke
(dat wij) verzinken(dat wij) verzonken
(dat jullie) verzinken(dat jullie) verzonken
(dat gij) verzinket(dat gij) verzonket
(dat zij) verzinken(dat zij) verzonken
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
verzinkverzinkt
Participes
Participe présentParticipe passé
verzinkend, verzinkende(zijn) verzonken

Exemples d’usage

Toen hij naar beneden keek, zag hij diep onder zich de verzonken stad.

Traductions

catalanenfonsar‐se
espagnolhundirse
espérantoenprofundiĝi; profundiĝi
françaiss’abîmer