Information du mot sleutel (néerlandais → espéranto: ŝlosilo)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ˈsløtəl/
Césuresleu·tel
Genremasculin
Plurielsleutels

Diminutif
SingulierPluriel
sleuteltjesleuteltjes

Exemples d’usage

Het is de sleutel van de schatkist.
Er was een kleine kans dat de sleutels van zijn vader op de een of andere manier van nut konden zijn.
Op goed geluk greep hij enige sleutels en rende verder de gang in waar de cellen zich bevonden.
Beide deuren van de kamers naar de gang waren op slot en de sleutels zaten aan de binnenkant.

Traductions

afrikaanssleutel
albanaisçelës
allemandSchlüssel
anglaiskey
catalanclau
danoisnøgle
espagnolclave; llave
espérantoŝlosilo
féringienlykil
françaisclef
frison occidentalkaai
frison saterlandKoai
gaélique écossaisiuchair
grecκλείδα; λύση; κλεδί
hongroiskulcs
islandaislykill
italienchiave
latinclavis
malaiskunci
norvégiennøkkel
papiamentoyabi
portugaischave
souahéliufunguo
suédoisnyckel
tchèqueklíč
thaïกุญแจ; ลูกกุญแจ
turcanahtar