Information du mot verklaren (néerlandais → espéranto: deklari)

Synonyme: aangeven

Parti du discoursverbe
Prononciation/vərˈklaːrə(n)/
Césurever·kla·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) verklaar(ik) verklaarde
(jij) verklaart(jij) verklaarde
(hij) verklaart(hij) verklaarde
(wij) verklaren(wij) verklaarden
(jullie) verklaren(jullie) verklaarden
(gij) verklaart(gij) verklaardet
(zij) verklaren(zij) verklaarden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) verklare(dat ik) verklaarde
(dat jij) verklare(dat jij) verklaarde
(dat hij) verklare(dat hij) verklaarde
(dat wij) verklaren(dat wij) verklaarden
(dat jullie) verklaren(dat jullie) verklaarden
(dat gij) verklaret(dat gij) verklaardet
(dat zij) verklaren(dat zij) verklaarden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
verklaarverklaart
Participes
Participe présentParticipe passé
verklarend, verklarende(hebben) verklaard

Exemples d’usage

DeJesus heeft verklaard door Castro te zijn verkracht, maar denkt niet dat zij ooit zwanger is geweest.
„Het is geen leven”, verklaarde Hieper somber.

Traductions

afrikaansverklaar
allemanddeklarieren; erklären; melden; anzeigen; verkünden; ansagen
anglaisdeclare; state; profess; pronounce
catalandeclarar
danoiserklære
espagnoldeclarar
espérantodeklari
françaisdéclarer
frison saterlanddeklarierje; fääststaale; konstatierje
grecαγγέλω
hongroisdeklarál; nyilvánít
papiamentodeklará
portugaisdeclarar; declinar; depor
suédoisbetyga; förklara