Information du mot tijd (néerlandais → espéranto: tempo)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/tɛi̯t/
Césuretijd
Genremasculin
Plurieltijden

Exemples d’usage

Het was een teken des tijds dat Arflane een soort held in de stad was geworden.
Je leest geen kranten en kent de eisen des tijds niet.
Hoe is het mogelijk dat zoiets in deze tijden nog kan gebeuren!?
Het was warm voor de tijd van het jaar.
Zedenmeesters zijn van alle tijden.

Traductions

afrikaanstyd
allemandZeit
anglaistime
bas allemandtyd
catalantemps
créole jamaïcaintaim
espérantotempo
frison occidentaltiid
frison saterlandTied
galloisamser