Informo pri la vorto opdragen (nederlanda → esperanto: celebri)

Sinonimoj: celebreren, vieren

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔbdraɣə(n)/
Dividoop·dra·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) draag op(ik) droeg op
(jij) draagt op(jij) droeg op
(hij) draagt op(hij) droeg op
(wij) dragen op(wij) droegen op
(jullie) dragen op(jullie) droegen op
(gij) draagt op(gij) droegt op
(zij) dragen op(zij) droegen op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) opdrage(dat ik) opdroege
(dat jij) opdrage(dat jij) opdroege
(dat hij) opdrage(dat hij) opdroege
(dat wij) opdragen(dat wij) opdroegen
(dat jullie) opdragen(dat jullie) opdroegen
(dat gij) opdraget(dat gij) opdroeget
(dat zij) opdragen(dat zij) opdroegen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
draag opdraagt op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opdragend, opdragende(hebben) opgedragen

Tradukoj

albanafestoj
anglacelebrate
danafejre
esperantocelebri
feroahalda hátíðarligan
francacélébrer
germanazelebrieren; festlich begehen; feiern
greka (malnovgreka)ἄγω
hispanacelebrar; festejar
hungaracelebrál
italacelebrare
katalunacelebrar
latinocelebrare
papiamentoselebrá
portugalacelebrar; comemorar; festejar
rumanacelebra; aniversa
turkaanmak; kutlamak