Informo pri la vorto geslacht (nederlanda → esperanto: gento)

Sinonimoj: stam, volksstam

Vortspecosubstantivo
Prononco/ɣəˈslɑxt/
Dividoge·slacht
Genroneŭtra
Pluralogeslachten

Uzekzemploj

De moordenaars van zijn geslacht zouden de beloning ontvangen die ze zo ruimschoots hadden verdiend.
Hij werd echter het stof en de gevaren van het reizen moe en vestigde zich op deze plek als steenhouwer, en ik ben de laatste van zijn geslacht.
Zijn geslacht regeerde tot 1319.
Nu was allereerst zijn eer ermee gemoeid, de eer van hem persoonlijk en die van zijn geslacht.

Tradukoj

anglaclan; race; family; kin; stock
ĉeĥakmen; rod
esperantogento; genero
feroaættarbólkur
germanaGeschlecht; Sippe; Stamm; Sippschaft; Menschengeschlacht; Nation
grekaγένος
hispanagens; pueblo; tribu
islandakynþáttur
luksemburgiaStamm
platgermanageslacht
portugalaraça; tribo
saterlanda frizonaFoulksstam; Geslächt; Oukumst; Stam