Informo pri la vorto kwakken (nederlanda → esperanto: ĵetegi)

Sinonimoj: slingeren, smijten, lazeren, keilen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈkʋakə(n)/
Dividokwak·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) kwak(ik) kwakte
(jij) kwakt(jij) kwakte
(hij) kwakt(hij) kwakte
(wij) kwakken(wij) kwakten
(jullie) kwakken(jullie) kwakten
(gij) kwakt(gij) kwaktet
(zij) kwakken(zij) kwakten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) kwakke(dat ik) kwakte
(dat jij) kwakke(dat jij) kwakte
(dat hij) kwakke(dat hij) kwakte
(dat wij) kwakken(dat wij) kwakten
(dat jullie) kwakken(dat jullie) kwakten
(dat gij) kwakket(dat gij) kwaktet
(dat zij) kwakken(dat zij) kwakten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
kwakkwakt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
kwakkend, kwakkende(hebben) gekwakt

Uzekzemploj

En wat betekent het, dat deze opgeschoten lummel mij hier met stoel en al tegen de grond kwakt om een doosje op te rapen?
Kwak maar naar buiten, mannen!

Tradukoj

afrikansoslinger
angladash
esperantoĵetegi
germanaschmeißen; schleudern