Informo pri la vorto opjagen (nederlanda → esperanto: ĉaspeli)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔpjaɣə(n)/
Dividoop·ja·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) jaag op(ik) jaagde op, joeg op
(jij) jaagt op(jij) jaagde op, joeg op
(hij) jaagt op(hij) jaagde op, joeg op
(wij) jagen op(wij) jaagden op, joegen op
(jullie) jagen op(jullie) jaagden op, joegen op
(gij) jaagt op(gij) jaagdet op, joegt op
(zij) jagen op(zij) jaagden op, joegen op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) opjage(dat ik) opjaagde, opjoege
(dat jij) opjage(dat jij) opjaagde, opjoege
(dat hij) opjage(dat hij) opjaagde, opjoege
(dat wij) opjagen(dat wij) opjaagden, opjoegen
(dat jullie) opjagen(dat jullie) opjaagden, opjoegen
(dat gij) opjaget(dat gij) opjaagdet, opjoeget
(dat zij) opjagen(dat zij) opjaagden, opjoegen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
jaag opjaagt op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opjagend, opjagende(hebben) opgejaagd

Tradukoj

esperantoĉaspeli